Tijdens onze autorondreis door het westen van Canada bezochten we Vancouver. Wat een leuke stad is dat! Na vele autokilometers was het de hoogste tijd om de benenwagen te activeren. Het werd een heerlijke afwisselende dag.
Het was een zonnige zaterdag in september. Omdat we een betaalbaar hotel in North Vancouver geboekt hadden, parkeerden we de auto in een garage aan Richards Street. In het weekend kun je daar voor net geen 7 dollar een hele dag overdekt parkeren en het is een prima locatie om te voet de stad te verkennen.
Ons eerste doel was Harbour Centre. Het is een klein winkelcentrum met de Lookout Tower, de hoge uitzichttoren die je van verre ziet en vanwaaruit je over de hele stad kunt kijken.
Aan de andere zijde van West Cordova Street ligt het prachtige Waterfront Station, waar je zeker even op de plafonds moet letten. Het is daar natuurlijk druk, net als in Howe Street, omdat die naar de cruiseterminal en Canada Place met het karakteristieke veel puntige dak voert.
De pier van de cruiseterminal is voor voetgangers toegankelijk. Wij troffen het dat er drie gigantische cruiseschepen lagen afgemeerd. Het was een bedrijvig moment en op het uiteinde van de pier, halverwege de zogenoemde Canadian Trail, hadden we goed uitzicht over Burrard Inlet en de Seabus. Dit veer vaart tegen normaal openbaar vervoerstarief naar Lonsdale Quay, North Vancouver. Op de pier is ook FlyOver Canada gevestigd.
Wij vervolgden onze weg over een klein stukje van de Seawal in de richting van de Floatplane Terminal. Het was een komen en gaan van die leuke watervliegtuigjes. Stanley Park konden we prachtig zien liggen net als de topjes van de iconische Lions Gate Bridge die het Park met North Vancouver verbindt.
Na enkele meters terug gelopen te hebben sloegen we af naar het Jack Poole Plaza. Links lag de ingang van het Conventiecentrum en stond de Digital Orca, een wat Legoachtig aandoend kunstwerk van Douglas Coupland. Aan de rechterhand troffen we de Olympic Couldron, de Olympische vlam van de Spelen van 2010. Helaas geen vlammetje meer te zien.
Via Thurlow Street kwamen we in Robson Street, een van de grote winkelstraten van de stad. Robson Street volgden we vrij lang. Echter door een opbreking moesten we een boog lopen rond de Vancouver Art Gallery. Op een gegeven moment zagen we aan de linkerhand een bouwwerk dat met een beetje fantasie iets weg had van het Colosseum in Rome. Het bleek de Vancouver Public Library. Het was er in de hal een drukte van belang. Allemaal kleine tentjes troffen we er. Aan de andere kant verlieten we het gebouw en draaiden Hamilton Street in en liepen langs de Canadian Broadcasting Corporation, beter bekend als CBC.
Aan het eind van Robson Street ligt het B.C. Place Stadium, de thuisbasis van het Canadian Football League team BC Lions en de MLS voetballers van the Vancouver Whitecaps.
Aangezien er iets speelde in het stadion gingen we er rechtsom heen en naderden False Creek waar de Aquabus en andere vaartuigen frequent rondvoeren. We slenterden langs de Creek en ontwaarden aan de overkant Olympic Village, de plaats waar de Olympische sporters logeerden in 2010. En om de bol van Science World kun je niet heen.
We sloegen linksaf Carall Street in en scheerden langs de Rogers Arena waarin wordt geijshockeyd en concerten plaatsvinden. Op de parkeerplaats stonden een aantal mobiele kleedkamertrailers, dus ook daar was reuring te bespeuren.
Nog wat verder doorlopend kwamen we in Chinatown. Deze wijk heeft als trekker de Dr. Sun Yat-Sen Classical Chinese Garden. Alhoewel er een prachtige Chinese poort te bewonderen valt en het straatmeubilair, de winkeltjes en eetgelegenheden best de moeite waard leken, voelden wij ons er niet prettig gezien de vele zwervers en ongure personen die er rond hingen. Snel door naar het gezellige Gastown.
Gassy Jack stond parmantig op zijn sokkel op de hoek met Water Street. In die straat staat de schattige Steam Clock op gezette tijden zijn stoomshowtje aan talloze toeristen weg te geven.
Na van een hapje en een drankje in de “stationsrestauratie” van Waterfront Station te hebben genoten, deden we nog een rondje shoppen. Via Seymour Street en West Pender Street koersten we af op de Pacific Centre Mall.
Toen we de winkels wel gezien hadden en bij Robson Street weer de hemel zagen was het tijd om de auto op te zoeken. Via Granville Street en West Georgia Street belandden we weer in Richards Street.
Dit rondje van bijna 9 km, zonder de uitstapjes her en der mee te rekenen, gaf ons het gevoel een goed beeld van dit deel van de stad te hebben gekregen.